Blog

Blog

Dankbaarheid voorbij de hashtag door Ester

Foto Ester_2

Dankbaarheid voorbij de hashtag

Lelijke en mooie emoties

Dankbaar zijn zonder toxische positiviteit; het durven en mogen aankijken van álle emoties die bij het leven horen – ook de minder sprankelende of ronduit lelijke – hoe doe je dat? Wat is er voor nodig om dankbaarheid te kunnen vóelen voorbij de (vaak holle) woorden?

Wat is er voor nodig om dankbaarheid te voelen?

Voor mij speelde daarin een aantal zaken een belangrijke rol, namelijk: erkenning, veiligheid, verwerking, aanvaarding en het jezelf (durven) gunnen om anders naar het leven te kijken. Dankbaarheid kan ruimte krijgen wanneer het je lukt om je zoektocht naar antwoorden los te laten en/of je perspectief bewust te veranderen.

Dankbaarheid is populair

Hashtagdankbaar is een trend. Ik zou hier allerlei dingen kunnen opnoemen waar ik dankbaar voor ben, maar eigenlijk lijkt het tegenwoordig vaak net of dankbaarheid een talig en cognitief – en misschien zelfs voorwaardelijk – concept is: ‘áls dit….dán ben ik dankbaar en – dus – gelukkig.’

Erkennen voor verwerking

Erkennen dat je iets niet (meer) kunt of het erkennen van je gevoel daarover is de sleutel tot verwerking. Voor verwerken is je veilig voelen belangrijk. En aanvaarden van het leven-na-kanker was voor mij nodig om uiteindelijk dankbaarheid te (durven) voelen voor dat leven. Een ander leven dan ik had verwacht en gepland. Maar ik ben dankbaar dat me het leven is gegund.

Jouw innerlijke criticus

Je innerlijke criticus zal je vaak willen behoeden voor het geluksgevoel dat met dankbaarheid samenvalt, of je dankbaarheid zelfs willen relativeren. Dat klinkt tegenstrijdig, maar je innerlijke criticus heeft niet zo veel op met dankbaarheid en geluk. Haar taak is om jou alert te houden. Ze zal je bijvoorbeeld vertellen dat als je dankbaar bent voor ‘een goede dag waarop je iets leuks hebt kunnen doen’ dat je ‘dan vást ook kunt werken’. Of ze verplicht je om op een slechte dag te kijken naar ’al die anderen die het veel slechter hebben getroffen dan jij’. En vooral vindt ze vaak dat je Rust*) moet ‘verdienen’, want dat is de heersende opvatting in onze maatschappij, zo ben je waarschijnlijk ook opgevoed: eerst het zuur, dan het zoet. Met vaak daarbij gevoelens van schaamte of schuld als het je niet lukt om deze volgorde te hanteren.

Rust moet je verdienen

Maar wat nu als Rust niet meer per se het ‘zoet’ is wat je eerst zou moeten verdienen, maar de voorwaarde is geworden voor dat zoet. Dus niet: rusten na gedane arbeid, maar rusten vóór de arbeid. Of misschien zelfs: rusten ís de arbeid. Als je leeft met minder energie zul je zonder rust geen boodschappen kunnen doen. Vroeger werkte ik voor de boodschappen, nu rust ik voor ik ze kan doen. Maar zonder die rust ook niet koken of douchen en al helemaal geen koffietje in het park of (telefoon)gesprekken met lieve mensen.

Rust als nieuw werk

Toen ik ging inzien én durfde te aanvaarden dat Rust mijn nieuwe ‘werk’ was geworden, kon ik me er veel beter aan overgeven. En daardoor ontstond ruimte voor het zoet, voor dankbaarheid. En nee, het plannen van rust gaat me niet altijd makkelijk af, maar laten we eerlijk zijn: dat is bij werk ook niet altijd simpel, toch? Maar zowel Rust als werk levert je altijd wat op. Steeds vaker zie ik dus de mooie kanten van deze ’nieuwe baan’. Werken kan thuis, maar het kan ook prima als je in het park bent of je checkt je mail even snel bij iemand op bezoek. Dus rusten kan ook (bijna) overal! Wat een vrijheid geeft het als je de vaste overtuigingen over rusten kunt loslaten en daarin je eigen voorwaarden schept.

Zoet en zuur naast elkaar

Het zoet en het zuur kunnen in mijn beleving overigens prima naast elkaar bestaan. Je kunt rouwen om wat niet meer is én dankbaar zijn voor wat er wél is. Of wat er misschien zelfs nieuw is ontstaan in de leegte van wat verloren was.

Jezelf toestemming geven of jezelf overtuigen?

Dankbaarheid heeft vooral te maken met jezelf toestemming geven om het te ervaren en niet zozeer met het jezelf overtuigen dat je zoveel hebt om dankbaar voor te zijn. Erkennen dat die innerlijke criticus er is én er voor kiezen om er niet (altijd) naar te luisteren. Erkennen dat de wereld – en dus jouw mogelijkheden – niet zwart-wit zijn. En ook: erkennen dat die dankbaarheid er niet altijd hoeft te zijn. Er bestaat niet zoiets als een dankbaarheidsplateau.

De belangrijkste les

Mijn belangrijkste les in dankbaarheid was dat ik mocht leren om betekenisvol en nut als prioriteiten los te laten vanuit het ‘oude’ perspectief. Het leven is zo veel mooier als je je eigen welzijn op 1 durft te zetten. En je mag daarin altijd de nuance aanbrengen. Of een grens (opnieuw) aangeven. Elke dag opnieuw. En vanuit die positie blijk ik keer op keer van meer betekenis te zijn dan ik vooraf had bedacht.

Je mag…

Ik sluit af met een note to all (maar zeker ook to self): je mág vertragen, je mág genieten, je mág blij zijn dat je soms dingen kunt doen die niet met ziek-zijn of herstel te maken hebben. Een (energetische) beperking werpt je terug op jezelf. En mét die beperking (en niet ondanks) mág je een fijn leven leiden.

*) misschien is het voor jou niet rust, maar muziek of een podcast luisteren, lezen, wandelen, sporten, mediteren, yoga, etc. Waar ik Rust schrijf kun jij lezen wat jou oplaadt.

Lieve groet,

Ester

Wil jij op de hoogte blijven van mijn laatste artikelen, nieuwtjes en tips? Meer informatie over leven met chronische pijn? Schrijf je dan hieronder in en ontvang 1x per maand een leuke nieuwsbrief van mij: ja ik schrijf me in! 

Wil je meepraten over dit onderwerp of andere relevante onderwerpen kijk dan op mijn instagram pagina.